De opgepotte amaryllis, die kant en klaar gekocht kan worden door de consument wordt steeds populairder.
Voor de pottentelers is het van belang over bollen te beschikken die zich snel ontwikkelen en die snel beide knoppen laten zien. Amaryllis worden namelijk als één- of tweepitters verhandeld, daarom is het handig wanneer snel kan worden vastgesteld of men met één- of tweepitters te maken heeft.
Om over snelle bollen te beschikken is het van belang te letten op o.a. lang geprepareerde bollen en snelle rassen. Bollen van het zuidelijk halfrond zijn vaak 2 tot 3 maanden eerder gerooid als het Hollands geteelde produkt en hebben op het moment van opplanten een langere preparatieperiode achter de rug. Bollen uit het Middelandse zeegebied zijn gemiddeld één maand eerder gerooid en hebben voor de pottenteelt dus een voorsprong.
Na de preparatieperiode van 13°C bij een relatieve luchtvochtigheid van 80%, worden de bollen opgewarmd bij 25°-30°C. Dit kan in de celruimte, terwijl de bakken met bollen opgestapeld staan. De eerste dagen, na het begin van het opstoken, zijn ook het meest ideaal om in de cel een eventueel nodige bestrijding tegen trips en Tarsonemusmijt uit te voeren. Bij snelle rassen kan dan soms al na enkele dagen worden opgepot, waarna de bol over volop water moet kunnen beschikken en opgepot in een voedselarm, goed doorlatend, zuur tot neutraal medium.
Grondtemperatuur en ruimtetemperatuur moeten 20° tot 25°C zijn. Bij lagere temperaturen kan rood ontstaan door stagnospera en colletotricum. Wanneer alleen onderdoor water wordt gegeven kan men eventueel iets kouder telen.
Afhankelijk van het ras heeft men na 2 of 4 weken na het opstoken knoppen van ±10 cm hoogte en is de potplant verkoopbaar onder Nederlandse omstandigheden.
Er is nog geen recept om een ideale verhouding te krijgen tussen lengte van het blad en bloem. Het heeft te maken met: